Core stability oefeningen

Uitleg voor de patiënt.
Oefening 1 en 2 zijn gericht op het activeren van de musculus tranversus abdominis (TVA).
Middels het bewust en gecontroleerd aanspannen van deze dwarse buikspier, volgens bij beide oefeningen genoemde aanwijzingen, wordt deze spier getraind in het vervullen van zijn zogenoemde ‘brace-functie’. De ultieme situatie is om tijdens elke oefening van dit trainingsschema deze spier te activeren alvorens over te gaan tot het uitvoeren van deze oefening. De subtiele aanspanning is feitelijk de basis van elke andere oefening.

Het uiteindelijke doel is door middel het van veelvuldig en stelselmatig aanspreken van de TVA te komen tot een onbewuste en adequate aanspanning van deze spier.

Bij sporters met rugklachten verdienen oefening 1 en 2 extra aandacht.
In deze situatie raakt deze spier, die gewoonlijk altijd actief is, zijn alertheid kwijt.

Oefening 3 tot en met 13 zijn gericht op het versterken van de rug en buikspieren door bepaalde posities langdurig vol te houden.
Deze spieren worden hierdoor getraind in hun vermogen om langer en krachtiger een stabiele romppositie te behouden tijdens sportbeoefening.

Elke oefening heeft 3 niveaus: 10 seconden, 20 seconden en 30 seconden. Allereerst wordt geprobeerd niveau 1 vol te houden zonder trillen of veranderen van beschreven uitgangshouding. Indien dit zonder problemen mogelijk is gaat men door naar het volgende niveau.
Het te trainen niveau moet lastig zijn maar wel zonder positieverandering en heftig trillen.
Elke oefening traint andere spieren en heeft een andere moeilijkheidsgraad. Hierdoor wordt per oefening bepaald op welk niveau getraind dient te worden.

Indien sommige oefeningen gemakkelijk 3 maal 30 seconden kunnen worden volgehouden dient allereerst het aantal sets te worden verhoogd. Bijvoorbeeld: 4 maal 30 seconden of 5 maal 30 seconden.
Daarna kan gekozen worden om bepaalde de oefeningen langer dan 30 seconden te trainen. Bijvoorbeeld 40 of 50 seconden.

 

 

DOWNLOAD HIER DE OEFENINGEN